Zingen is de eigenlijke moedertaal van alle mensen: want het is de meest natuurlijke en eenvoudige manier om er helemaal te zijn en onszelf volledig uit te drukken met al onze ervaringen, gevoelens en verlangens. Zingen is allereerst de innerlijke dans van de adem, van de ziel, maar het kan ook ons lichaam vanuit elke verstarring weer vrij laten dansen en ons het ritme van het leven leren. Het zingen ontvouwt zich in dezelfde mate waarin het opbloeit vanuit het luisteren, het aandachtig horen. Al zingend kunnen wij steeds verfijnder onze medemens en de wereld om ons heen beluisteren. Altijd raakt ons het gezang van een mens direct, en groeit een verstaan, deelnemen en begrijpen voorbij aan elk vooropgezet idee.

Dat is volgens mij alleen mogelijk, omdat in het zingen de tweevoudige natuur van de mens zich openbaart. Zonder twijfel behoort zingen tot de menselijke natuur, zoals er ook geen menselijke cultuur is waarin niet gezongen wordt. In een tijd waarin de natuurlijke en geest-zielevermogens van de mens steeds meer lijken te verkommeren, zelfs zo dat onze toekomst mogelijkerwijs bedreigd wordt, hebben we dringend alle mogelijke bronnen nodig die uitnodigen tot bezinning.

Zingen draagt een nog sluimerend, onnavolgbaar potentieel in zich, werkelijk een universele taal van alle mensen te kunnen worden. In het zingen openbaart zich de totale rijkdom aan zingeving en zintuigen van mensen en volkeren. Deze unieke taalschat mogen wij niet verloren laten gaan, terwijl dat nu juist in deze tijd gebeurt. Daarom is van belang het zingen niet alleen te bewaren, maar ook wereldwijd te stimuleren. Want meer dan wat ook, maakt zingen de weg vrij naar een direct verstaan van hart tot hart, voorbij aan alle culturele grenzen.

Ontelbare geldige gronden zou ik kunnen noemen, die pleiten voor het ontstaan van een nieuwe wereldcultuur van het zingen zoals ik die als toekomstvisioen voor me zie, die mensen in staat zal stellen, van binnenuit, in het dagelijks leven, vreedzaam samenleven te bevorderen tussen mensen en volkeren onderling, mede als gevolg van ieders grotere tevredenheid en levendigheid en door een toegenomen vertrouwen in het eigen individuele leven met al z’n moeilijkheden en vreugden, inspanningen en noden.

Wanneer wij mensen onszelf kunnen ervaren als klanklichaam, als muziekinstrument in de symfonie van de schepping, en al zingend steeds opnieuw weer vrede sluiten met onszelf, dan kunnen misschien – via onze eigen heelwording door de muziek – ook de door ons veroorzaakte verwondingen van de aarde genezen. Wanneer wij zingen zijn we scheppende klankwezens: Wij hebben de gave via ons zingen onze wereld en ons handelen te bezielen; al zingend liefde, vreugde, hoop en vertrouwen te schenken, of onze zielenpijn van ons af te zingen. Ons hart krijgt vleugels wanneer wij leren vergeven en wanneer het ons lukt om ons in een loflied op de schepping te verenigen.

Zowel de oude kennis der volkeren als de nieuwste bevindingen van die wetenschappers die de wijsheid van duizenden jaren creatief en opbouwend willen inzetten, bieden ons genoeg aanmoediging en mogelijkheid een wereldcultuur van het zingen te stichten. Zingen als een klinken vanuit de stilte, vanuit de volheid van een bewust innerlijk leven, is een luisterend, de ander beluisterend zingen Het wordt werkzaam in de wereld als een actief horen, als een ontvankelijk afstemmen, en als oproep tot de grootst mogelijke levendigheid, tot een dansende, openhartige ontmoeting met alle levende wezens. Op die manier kan zingen tegelijkertijd een beweging zijn naar onze diepste binnenwereld - zelfs een milde revolutie van innerlijke vrede teweegbrengen - en ons misschien meer en meer losweken uit ondermijnende persoonlijke en maatschappelijke structuren. Al onze ervaring en al ons weten wijzen erop dat het mogelijk is. Langs deze weg kunnen wij mensen de kracht ontwikkelen, als individu van binnen naar buiten en als samenleving van onder naar boven, nieuwe structuren te bouwen en te onderhouden, waardoor de levende vrede kan groeien en beschermd wordt. Ik kan niets bedenken wat ertegen zou pleiten.

Waarom zouden we dus niet proberen om in vol vertrouwen, samen met de kunstenaars van deze wereld, en met diegenen die zich daartoe aangetrokken voelen, zo’n wereldcultuur van het zingen te grondvesten, gevoed vanuit de bronnen van alle volkeren. Wij hebben niets te verliezen, alleen te winnen. Elk begin, zelfs de kleinste stap op deze weg, zou al opbouwend werken. In het zingen betonen we respect aan onszelf en de wereld, aan de natuur en onze medemensen. Johann Philip Telemann bevestigt dit met zijn uitspraak: "Zingen is het fundament voor de muziek in alle dingen". Wanneer iemand vanuit zijn ziel zingt, heelt hij tevens zijn innerlijke wereld Wanneer alle mensen vanuit hun ziel zingen, en éénworden in de muziek, helen zij tegelijkertijd ook de wereld om ons heen. Het zou mij zo gelukkig maken wanneer ik zo’n 'wereldgezang', zoals ik dat in mijn binnenste al hoor, nog zou kunnen meemaken.

Lord Yehudi Menuhin (New York, 1916–1999)Il canto del mundo – 12 maart 1999